EEN KRANT MET EEN SEX-BUI
Twee jaar Daily Planet In mijn digitale archief is een korte
tekst te vinden waarin ik schets hoe ik de
Daily Planet wilde gaan opzetten. De tekst, geschreven op mijn Psion-zakcomputer,
heeft als bewaardatum donderdag 27 april 1995, en de opzet lijkt in de
verste verten niet meer op wat het uiteindelijk geworden is. Ik bedacht de Daily Planet om een aantal redenen.
Planet Internet zou de eerste grote commerciele massa-provider worden.
Dat betekende dat men geld ging verdienen aan het feit dat miljoenen gebruikers
gratis informatie beschikbaar stellen. Van meet af aan heb ik het principe
gehuldigd dat mensen die veel informatie van het net halen er ook zaken
aan terug moeten geven. Planet Internet zou dus iets moeten weggeven wat
voor veel gebruikers waardevol zou kunnen zijn. Als gewone gebruiker leek
het mij wel nuttig als ik dagelijks een overzicht van nieuwe ontwikkelingen
op het net zou ontvangen. Vier dagen na het maken van de opzet verscheen het eerste proefexemplaar, die ik met een korte inleiding toestuurde aan een kleine groep mensen. In tegenstelling tot wat de bedoeling was is de `korte proefperiode` pas opgehouden toen de Daily Planet op 19 juni van dat jaar officieel van start ging. Alle exemplaren van de Daily Planet, ook de test-versies, zijn overigens te raadplegen in het online archief. Veel van de oorspronkelijke ideeen zijn inmiddels
losgelaten. Aanvankelijk wilde ik de krant rond het middaguur laten verschijnen
zodat mensen deze tijdens de lunch konden lezen. Door de toename van de
hoeveelheid informatie wordt die `deadline` vrijwel nooit meer gehaald.
Bovendien zou het niet meer werken aangezien de verzending van de ruim
15.000 Daily Planets inmiddels dagelijks enkele uren in beslag neemt. Ik maak de Daily Planet thuis en volledig in m`n eentje, vaak zelfs in pyjama. Soms - vooral in de zomer - maak ik `m grotendeels `s nachts. Tot mijn eigen verbazing beleef ik er nog steeds veel lol aan, al moet ik bekennen dat het me soms ook de neus uitkomt en ik er ieder half jaar wel een keer serieus over denk om te stoppen. Maar dat geldt waarschijnlijk voor elke arbeid. Toen ik er mee begon dacht ik in ieder geval het niet langer dan een half jaar vol te zullen houden. Als de tekst klaar is stuur ik die naar Planet Internet waar de cybrarians voor de verzending zorgen en het web-exemplaar maken. Mijn Planet-collega`s zie ik slechts enkele keren per jaar in levenden lijve. De tijd die kwijt ben om de Daily Planet te maken varieert sterk. Ooit heb ik een exemplaar met enkele kunstgrepen binnen een uur gemaakt maar er zijn ook wel edities waar ik bijna 24 uur aan heb gewerkt. Zo kostte de speurtocht naar de lotgevallen van Roger Stone dagen werk. Het opvallendste aan de Daily Planet is misschien
wel de band met de lezers. Dagelijks ontvang ik zo`n vijftig mailtjes en
sommige daarvan maken me erg blij. Zo kreeg ik op 24 januari 1996 het volgende
bericht: ,,Hier een reactie van een oude man (78) gepensioneerd dermatoloog.
S winters verblijf houdend in Florida met een onderbreking nu van enkele
weken op Curacao. Ik kan U niet zeggen hoe ik geniet van uw berichtgeving.
Thanks a lot. Ik ga nu mijn zoon op Curacao wat les geven hoe hij de MacTCP
en PPP in moet vullen. Dat kan hij zelf niet. U ziet het: de oudjes zijn
nog niet helemaal afgeschreven.`` Op dat soort dingen kan ik weken
teren en het spijt me oprecht dat ik niet in staat ben alle post te beantwoorden. Een reden voor de aanvallen op de vermeende partijdigheid (en overigens ook voor de positieve band met lezers) zou kunnen zijn dat de Daily Planet een zeer persoonlijke uitgave is. Collega Jan Jacobs, en mijn grote voorbeeld toen ik in 1987 over `computers` begon te schrijven, stelde ooit dat hij aan de inhoud van de Daily Planet mijn stemmingen kon aflezen: ,,O, je hebt weer een sex-bui.`` Ik moet bekennen dat hij gelijk heeft. Ook al is de keuze nooit bewust merk ik dat mijn selectie van het nieuws wel degelijk bepaald wordt door stemmingen. Dat `nieuws` is overigens een verhaal apart. Nieuws is voor de Daily Planet alleen nieuws als het op Internet staat en voor iedereen toegankelijk is. Sites die door een toegangscode of registratie worden afgeschermd, worden nooit in de Daily Planet opgenomen (al is voor HotWired in het begin een uitzondering gemaakt). De stelling is: Als de wereld vergaat en het staat niet op Internet dan komt het ook niet in de Daily Planet. Daardoor mis ik nu en dan zaken maar dat is dan maar zo. Zeuren wil ik overigens niet. Over het algemeen wordt de Daily Planet zeer gewaardeerd. Een special die SmallZine onlangs aan de Daily Planet wijdde maakte me helemaal verlegen. Vandaag maak ik de editie 5.75, dat wil zeggen dat er tot nu 475 verschillende Daily Planets zijn verschenen. De enige reden dat die gemaakt zijn, is het feit dat er lezers zijn. Bij deze wil ik hen bedanken. Francisco van Jole |