Gepubliceerd in het katern Het Vervolg van de Volkskrant, zaterdag 19 april 1997.


Snuff-films


   Zondagavond vertoont RTL 5 een Britse documentaire over een bende die in Amsterdam pornofilms gemaakt zou hebben waarbij kinderen om het leven werden gebracht. Dergelijke films, zo wil het verhaal, zouden op de zwarte markt veel geld op brengen. Het genre heeft zelfs een eigen naam: snuff-films. Er is alleen een probleem. Niemand heeft ze ooit gezien.
   In 1974 werd in de Verenigde Staten de door Michael Findlay geregisseerde horror-film Snuff uitgebracht over een Charles Manson-achtige bende die onder invloed van drugs stevig aan het moorden slaan. Naar verluidt was Snuff dermate gewelddadig van karakter dat de film in 32 staten verboden werd verklaard. Snuff heeft dan ook de twijfelachtige reputatie de bloedigste film te zijn die ooit gemaakt is.
   De film is echter vooral berucht vanwege de slotscene waarin een actrice op een dusdanig afgrijselijke manier om het leven wordt gebracht dat velen meenden dat het geen acteerwerk meer was. Al snel deed het gerucht de ronde dat de actrice daadwerkelijk was vermoord. De officier van justitie zag zich genoodzaakt te eisen dat de vrouw in levende lijve aan hem getoond werd. De vrouw verscheen en verklaarde plechtig nog te leven maar sommige mensen lieten zich daar niet door overtuigen.
   Overigens had de producent van de film zelf een groot aandeel in de stampij rond de film. Bij de vertoning van de film in New York werden bezoekers op sensationele wijze gewaarschuwd voor de gruwelijkheden. Naar verluidt huurde hij zelfs figuranten in om op de stoep voor de bioscoop tegen de film te protesteren en aldus meer publiek te trekken.
   De mythe rond snuff-films dateert niettemin nog van voor die tijd. De term zou door de Amerikaanse pers geintroduceerd zijn in de verhalen rond de Charles Manson-bende. De bende overviel in 1969 een Hollywood feest en vermoordde daarbij onder meer de zwangere actrice Sharon Tate, echtgenote van regisseur Roman Polanski. Aanvankelijk leefde het idee dat de bende hun daden op film vastlegden en in de media werd de term snuff film geintroduceerd. Later bleek die bewering niet te kloppen maar de term bleef voortleven. In datzelfde jaar
  verscheen de tv-film Dragnet die het maken van snuff films als onderwerp van de plot had. Beide ingredienten hebben vermoedelijk geleid tot het ontstaan van de mythe rond snuff-films, als een soort eigentijdse versies van de Markies de Sade-verhalen.
   Het spookbeeld rond de film Snuff werd eind jaren zeventig weer volop tot leven gewekt toen feministen de oorlog verklaarden aan pornografie. Binnen sommige stromingen ging het niet ver genoeg om de mannelijke bedpartner tot universele onderdrukker dan wel potentiele verkrachter te verklaren. Nee, het waren moordenaars mevrouw. Steevast werd de moord in Snuff aangehaald als ultiem bewijs van de mannelijke verderfelijkheid. En immer werd benadrukt dat de actrice voor het maken van de film echt om het leven was gebracht. Snuff werd door deze ideologie overgoten met het sausje dat vrijwel noodzakelijk is voor
  het voortleven van moderne mythes: dit kan jou ook overkomen. Een afschrikwekkender voorbeeld om je nooit met zoiets als pornografie in te laten, laat staan er aan mee te werken, kon niet bedacht worden.
   Eind jaren tachtig verschoof de controverse rond snuff-films van de hetero- naar de homosexuele praktijk. In feministische kringen was de hetze tegen hetero-pornografie inmiddels goeddeels gestaakt en kringen van rabiate homo-haters namen de Snuff-fakkel gretig over. In 1987 startte de Britse politie Operation Spanner, een zeer uitgebreid onderzoek dat voortvloeide uit een zaak waarbij een jonge jongen om het leven was gekomen tijdens een tamelijk heftige uitvoering van sado-masochistische praktijken. Volgens de betrokkenen betrof het ongeluk maar de politie vermoedde meer. Ruim tweehonderd mannen werden
  ondervraagd, een groot aantal video-banden werd in beslag genomen en al snel ging het verhaal dat de politie bezig was een bende pedofielen op te rollen die voor de camera jongens vermoorden ten bate van hun sexueel genot. Op een film zou daarvan bewijs te zien zijn. De wildste verhalen buitelden over elkaar heen.
   In 1990 startte het proces tegen de `bende` die bij nader inzien bleek te bestaan uit enkele tientallen volwassen SM-liefhebbers die elkaar hadden leren kennen via contact-advertenties en ruige feesten organiseerden. De mannen werden uiteindelijk veroordeeld wegens het opzettelijk mishandelen van hun eigen lichamen, een zeer omstreden vonnis dat thans in behandeling is bij het Europees gerechtshof en daar waarschijnlijk de toetsing niet zal doorstaan. Van het vermoorden van deelnemers tijdens de orgieen is nooit een spoor van bewijs
  aangetroffen.
   In de jaren negentig waren het vooral kinderen die het slachtoffer zouden zijn van snuff-filmproducenten. De hardnekkige geruchten gingen nu hand in hand met verhalen over satanische sektes die op grote schaal kinderen zouden offeren. Ook voor het bestaan van dergelijke sektes is trouwens nooit enig bewijs gevonden.
   In 1989 startte de FBI een undercover-operatie met het doel te infiltreren in het snuff-filmcircuit. Aanleiding was de ontdekking van een pedofiel die via computernetwerken met een SM-liefhebber fantaseerde over het ontvoeren van een kind om er video`s mee te maken. FBI-agenten deden zich voor als Mafia-types die wel interesse hadden in zo`n film en bij voorkeur een waarbij het hoofdrolspelertje om het leven werd gebracht. Volgens het tijdschrift Playboy werd het duo op het hoogtepunt van het onderzoek omgeven door een leger van circa honderd agenten die de mannen permanent schaduwden om te
  voorkomen dat er echt een moord gepleegd werd. Er werden veel plannen en afspraken met het duo gemaakt maar tot een ontvoering is het nooit gekomen. De mannen werden uiteindelijk opgepakt en tot dertig jaar veroordeeld wegens het beramen van moord. De omstreden zaak was voor een rechter aanleiding bitter te constateren dat de mannen waarschijnlijk lagere straffen gekregen hadden als ze er niet alleen over gesproken hadden maar ook daadwerkelijk een poging tot moord hadden begaan.
   In 1994 verrichtte een journalist van de San Francisco Chronicle zes maanden research naar het bestaan van snuff-films. Alan Sears, voormalig hoofd van een commissie die in opdracht van justitie jarenlang intensief onderzoek naar het verschijnsel had gedaan, was in het artikel zeer beslist: ,,Wij hebben nooit een commercieel geproduceerde snuff-film kunnen vinden. Als ze beschikbaar geweest
  zouden zijn, hadden we ze gevonden.`` En de sekte-expert van de FBI, Ken Lanning, verklaarde onomwonden: ,,Ik heb er ruim twintig jaar naar gezocht, honderden mensen gesproken en nooit ook maar een betrouwbare getuige gevonden die er zelf een gezien had.``
   In de loop der jaren zijn er niettemin vaak titels opgedoken waarvan het verhaal ging dat het snuff-films betrof. Zo is er `Cannibal Holocaust`, een Italiaanse film uit 1979. De film zou bestaan uit teruggevonden materiaal afkomstig van een groep documentairemakers die de jungle introkken voor een reportage over kannibalen en uiteindelijk zelf opgepeuzeld werden. De film is nep maar het verhaal deed de verkoop goed. Ook de Hong Kong-productie `Guinea Pig` duikt wel op in `lijsten` van snuff-films. De veertig minuten durende film toont in detail hoe een ontvoerde vrouw letterlijk in mootjes wordt gehakt. Nadat de FBI een onderzoek startte, brachten de makers `Guinea Pig II, the
  making of Guinea Pig I` uit waarin te zien was hoe de special effects waren bereikt.
   In Nederland ontstond de meest recente snuff-controverse rond de in videotheken populaire titel Faces of Death. Een echte snuff-film is dit niet te noemen want aan de belangrijkste voorwaarde, namelijk dat de acteur of actrice doelbewust voor de film wordt gedood, is niet voldaan. Faces of Death behelst een compilatie van archiefmateriaal waarin te zien is hoe mensen sterven. Of liever gezegd, zijn gestorven, want het moment supreme komt zelfs in deze serie nauwelijks aan bod. Laurence Doering bestuurde het ruim anderhalf durende en meest spraakmakende deel van de `documentaire` van minuut tot minuut. Veel van wat te zien is, is volgens hem in scene gezet. Van de tientallen voorbeelden blijven er uiteindelijk drie over als echt: het doodschieten van een Franse
  politicus tijdens een persconferentie, het te pletter vallen van een parachutist en een mislukte filmstunt met dodelijke afloop. Kortom, journaalbeelden maar voor de overheid aanleiding om beperkingen voor de video-verhuur te lanceren.
   Faces of Death legde wel een voedingsbodem bloot voor de snuff film-mythe. De video is onmiskenbaar populair en kennelijk beleven grote groepen mensen op de een of andere manier plezier aan het aanschouwen van andermans dood. Al is dat een les die Hollywood natuurlijk al veel eerder geleerd had. In het verlengde van Faces of Death liggen bijvoorbeeld de video`s vol autosport-ongelukken en aanvallen door wilde dieren die momenteel driftig op de commerciele tv-kanalen in Nederland geadverteerd worden. Gebaseerd op kennis van die behoefte zou je kunnen bedenken dat er dan ook erger materiaal moet bestaan. Vooralsnog blijft dat bij bedenken en moeten echte snuff-films beschouwd worden als de vliegende schotels van de zedelijkheid.
  
  
Francisco van Jole



Index van Het Rijk der Fabelen



NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home