de Volkskrant, 15 januari 1994


 
 

DE DIGITALE STAD VAN START


 
  Vanavond opent de Digitale Stad haar elektronische poorten. Dat lijkt wel de eerste zin van een sprookje en eigenlijk is het dat ook een beetje. Door een monsterverbond van anarchistische hackers en autoriteiten is in Amsterdam binnen drie maanden een openbaar elektronisch communicatiesysteem uit de grond gestampt dat zijn weerga op het Europese vasteland niet kent. Alsof Keulen en Aken toch op e/e/n dag gebouwd zijn.
  In saaie beleidstermen is De Digitale Stad een elektronisch podium voor discussie en informatie. In de praktijk is het een unieke manier om kennis te maken met de mogelijkheden van datacommunicatie en gratis rond te snuffelen op Internet, het grootste computernetwerk ter wereld. Uniek omdat ook mensen die niet over een modem en computer beschikken er gebruik van kunnen maken.
  Op verschillende plaatsen in Amsterdam, zoals het stadhuis, het academisch ziekenhuis AMC en de openbare bibliotheek, staan zogenaamde public terminals opgesteld, computers die vrij gebruikt kunnen worden om een bezoek te brengen aan de stad. En daarmee de rest van de wereld. Want de Digitale Stad is toch vooral een `global village'. In een wereldwijd computernetwerk maakt het namelijk niet uit of de informatie wordt gehaald uit een systeem dat een paar straten verderop staat of een computer die zich aan de andere kant van de aardbol bevindt. Net zo gemakkelijk als de officiele verklaringen van burgemeester Van Thijn zijn die van president Clinton op te vragen.
  Verhalen over de mogelijkheden van computercommunicatie vallen al snel uiteen in abstracties, toekomstvoorspellingen en technologische abracadabra. De ervaring leert dat je het moet zien, of liever gezegd doen, om te kunnen begrijpen wat het is. De Digitale Stad biedt die mogelijkheid.
  De naam van het project is niet toevallig gekozen. De makers hebben de metafoor in het ontwerp doorgevoerd. Wie contact legt, of inlogt zoals de computerterm luidt, krijgt op het scherm keuzes aangeboden als Het Postkantoor, De Bibliotheek en Centraal Station. Een postkantoor dient natuurlijk om post te verzenden. In de digitale stad heeft dat niets met de PTT te maken. Het gaat om elektronische post, oftewel e-mail. Helemaal gratis en voor niks kunnen zo berichten naar verre bestemmingen als Japan, Australie en de Verenigde Staten gestuurd worden. Of aan de buurman een paar straten verderop. Of de eigen prive-postbus kan worden geleegd.
  Zo biedt de stad nog meer eigenaardige mogelijkheden. Wie bijvoorbeeld kiest voor de optie `Een Steeg' krijgt vervolgens de mogelijkheid een sexshop binnen te gaan. Dat wil zeggen: de keuzemogelijkheden daarvan op te vragen. Een van die mogelijkheden is het deelnemen aan een wereldwijde `live' discussie. Of nou ja discussie, noemt het maar een internationale babbelbox. Vraag aan een van de deelnemers waar hij zich bevindt en de kans is groot dat het antwoord een Amerikaanse staat, Canada of een Aziatisch land is. Overigens waarschuwen de bouwers van de Digitale Stad van tevoren voor het studentikoze karakter van dit contact.
  Daarnaast bevat het systeem ook uiterst serieuze informatie. Bijvoorbeeld van de politieke partijen. Wie rondkijkt bij de PvdA vindt niet alleen allerlei praktische informatie als de adressen en telefoonnummers van de partijbestuursleden maar ook speeches van minister d'Ancona en voorzitter Rottenberg. Er kunnen via het systeem ook vragen gesteld worden aan gemeenteraadsleden.
  Dat laatste aspect is vooralsnog het belangrijkste fundament van de Digitale Stad. Althans financieel. Cultureel centrum De Balie en de Stichting Hacktic Netwerk, de bouwers van de stad, hebben de gemeente warm weten te krijgen voor hun ideaal: een open communicatiesysteem voor burgers. In het zicht van de gemeenteraadsverkiezingen voelden de politici daar wel wat voor. Als die achter de rug zijn, moet de Digitale Stad op 1 april aanstaande haar poorten weer sluiten. Of er moet in de tussentijd een andere geldschieter of financieringsmogelijkheid gevonden worden.
  De Digitale Stad is niet zomaar een project, het is een politieke daad. De initiatiefnemers, een club jonge computerfreaks, dromen al tijden van een groot - publiek toegankelijk - netwerk. Zij zien het als de enige manier om de maatschappelijke consequenties van moderne technologie voor een breed publiek duidelijk te maken. `Wij willen mensen op het Internet brengen die er anders nooit zouden komen,' stelt Marleen Stikker, medewerkster van De Balie. `En op die manier een debat op gang brengen over de mogelijkheden van computernetwerken.' Haar collega stadsbouwer Joost Flint gaat nog een stap verder: `Als mensen eenmaal weten wat het is, zullen er eisen uit voort komen.'
  Om het debat in volle vaart van start te laten gaan, zijn in samenwerking met onder meer NOTA, een overheidsinstituut dat onderzoek verricht naar de maatschappelijke gevolgen van technologie, deskundigen uitgenodigd daartoe een voorzet te geven.
  Dat debat moet uiteindelijk niet alleen gaan over een voor de hand liggend onderwerp als privacy en computers maar ook minder bekende aspecten van de informatiemaatschappij. Zo biedt de Digitale Stad de mogelijkheid om in Het Stadhuis alle bestuurlijke informatie te raadplegen. Gratis. Dat heeft verstrekkender gevolgen dan op het eerste gezicht lijkt. Wie namelijk langs - reguliere - elektronische weg vergelijkbare parlementaire informatie wil opvragen moet daar zes gulden per minuut voor betalen. De parlementaire informatie is dan ook vooralsnog niet De Digitale Stad te vinden. Die situatie roept principiele vragen op over de beschikbaarheid van overheidsinformatie.
  Een ander aspect is dat gebruikers inzicht zullen krijgen in de politieke discussie die in de Verenigde Staten woedt over de digitale supersnelweg. In Nederland wordt daar nauwelijks over gesproken omdat vrijwel niemand begrijpt waar het om gaat. Er is hier nu eenmaal geen infrastructuur voor datacommunicatie. Alleen wetenschappers, grote bedrijven en hobbyisten houden zich met het medium bezig. Dat leidt tot de absurde situatie dat er ellenlang gediscussieerd wordt over elke uitbreiding van het bestaande autowegennet maar niemand zich druk lijkt te maken over het feit dat al het computerverkeer zich voltrekt via elektronische landweggetjes en bospaadjes.
  De Digitale Stad biedt ook mogelijkheden voor de bestaande media om ervaring op te doen met het elektronisch tijdperk. Zo zijn er actuele kranteartikelen op te vragen uit Het Parool en NRC Handelsblad. In de elektronische kiosk is de integrale versie te vinden van het Rotterdamse (!) culturele maandblad Circuit. In samenwerking met de regionale omroep Radio Noord-Holland is een experiment opgezet waarbij bewoners van de Digitale Stad kunnen meeschrijven aan een hoorspel dat op de radio wordt uitgezonden.
  De Digitale Stad mag ambitieus zijn, het project maakt ook duidelijk dat datacommunicatie nog maar in de kinderschoenen staat. Voor het oog is de Stad niet aantrekkelijker dan de gemiddelde kantoorwijk. Op het scherm prijkt niets anders dan tekst. Terwijl via Internet ook grafische beelden geleverd kunnen worden en zelfs radio- en televisieuitzendingen. Het ontbreken van een digitale snelweg maakt het echter onmogelijk daar gebruik van te maken.
  Niettemin hebben de bouwers van de stad een knap technisch staaltje geleverd. `We hebben met het stadhuis verbindingen gelegd die niemand daar voor mogelijk hield,' meldt Felipe Rodriguez van Hack Tic trots. Om de stad voor iedereen toegankelijk te maken hebben de bouwers een groot deel van de gebruikte computerprogramma's in het Nederlands vertaald.
  Een van de intrigerende aspecten van de stad is dat hij in geografische zin helemaal niet bestaat. De meeste informatie die er te vinden is, komt helemaal niet uit Amsterdam. Als er bijvoorbeeld elektronisch gebladerd wordt door het maandblad Circuit bevindt de gebruiker zich eigenlijk in het computersysteem van de Rotterdamse Erasmusuniversiteit waar de editie staat opgeslagen.
  De opzet van de Digitale Stad is niet nieuw maar ontleend aan het Freenet-communicatiesysteem dat in een aantal steden in de Verenigde Staten met veel succes geexploiteerd wordt. In een stad als Cleveland, Ohio, maken meer dan tienduizend mensen er regelmatig gebruik van. Zo is het daar mogelijk om bijvoorbeeld elektronisch een dierenarts te consulteren. In de Amsterdamse versie kunnen vooralsnog geen huisdieren terecht.
  De Digitale Stad is vanaf morgen per computer en modem toegankelijk via telefoonnummer 020-6225222.
 
 

Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home


??