INTERNET IS EEN NIEUW WERELDDEEL
Kennismaken met Internet veroorzaakt een merkwaardige sensatie.
Zo'n gevoel dat zich meester van je maakt als je voor het eerst de St Pieter
in Rome betreedt of een bezoek brengt aan de Niagara-watervallen. Alleen
is het bij Internet niet de pracht en praal of het natuurschoon dat imponeert
maar de overdonderende hoeveelheid informatie en mogelijkheden.
Het grote voordeel van Internet ten opzichte van andere wereldwonderen
is bovendien dat je er niet voor op reis hoeft. Grasduinen in Internet,
is de wereld bereizen vanachter een toetsenbord. Internet is 's werelds
grootste computernetwerk met ruim een miljoen aansluitingen. Deze `moeder
aller netwerken' strekt zich als een spinneweb uit over alle continenten
- Antarctica incluis - en verbindt onderzoekscentra, universiteiten, bibliotheken,
bedrijven, scholen en particulieren met elkaar. Het resultaat daarvan is
een soort van elektronische samenleving die niet alleen een schat aan informatie
herbergt, maar ook intensief contact mogelijk maakt tussen naar schatting
vijftien miljoen mensen.
De Amerikanen Tracy LaQuey en Jeanne C. Ryer bijvoorbeeld schreven
samen in minder dan acht weken het tweehonderd pagina's tellende handboek
'The Internet Companion'. De schrijfsters wonen bijna drieduizend kilometer
van elkaar verwijderd en hebben elkaar nog nooit ontmoet. Alle benodigde
informatie vergaarden ze binnen Internet. Hun kopij wisselden ze uit via
elektronische post.
Ze verhalen onder meer over de rol die het computernetwerk vervulde
ten tijde van de Augustuscoup in de Sovjet Unie. De putchisten censureerden
de media maar zagen de computerverbinding over het hoofd. Russische gebruikers,
aangesloten via vierhonderd organisaties, konden op die manier door gebruikers
uit andere delen van de wereld, waaronder het televisiestation CNN en persbureau
AP, voortdurend op de hoogte gehouden worden van de laatste berichten die
buiten de Sovjet Unie bekend werden gemaakt.
Eind jaren zestig werd de eerste aanzet tot het net gegeven door
het Amerikaanse ministerie van defensie. De militairen hadden er voor hun
onderzoek en gegevensuitwisseling behoefte aan gebruik te maken van computers
die door het hele land verspreid stonden.
Aanvankelijk was de toepassing strikt militair maar in de loop der
jaren kregen steeds meer civiele wetenschappers toegang tot de communicatiemogelijkheden.
Het net werd door hen gebruikt als tussenverbinding om plaatselijke netwerken
over grote afstanden aan elkaar te koppelen. Deze toepassing (interconnection)
bezorgde het netwerk haar huidige naam.
In de jaren tachtig groeide het aantal aansluitingen maar pas de
laatste tijd neemt het explosief toe. In 1981 waren er nog maar 213 computers
via Internet verbonden, in 1989 tachtigduizend en nu dus meer dan een miljoen.
De manier van groeien vertoont sterke overeenkomst met die van een organisme,
binnen steeds kortere perioden verdubbelt de omvang. Iedere computer die
'aan het net gehangen wordt' kan op zijn beurt namelijk weer andere computers
aansluiten.
Het grappige en tevens spannende van Internet is dat eigenlijk niemand,
maar tegelijkertijd iedereen, het bezit. Of zoals Felipe Rodriquez, systeembeheerder
van Hack Tic, het zegt: `Er bestaat niet zoiets als een Internet-politie.
Het is een gigantisch samenwerkingsverband waarbij gebruikers zelf bepalen
wat er wel of niet op het net komt. Een tijd geleden bijvoorbeeld verscheen
er plots een groep rechts-extremisten die documenten begon te verspreiden
over rassentheorien en dergelijke. Dat lokte wereldwijd een golf van protest
uit.'
Niet alleen kregen de rechts-extremisten duizenden boze berichten
op hun dak, sommige gebruikers overspoelden hen ook met bewust met informatie
om ze het zwijgen op te leggen. Zo werden tientallen malen per dag grote
bestanden, bijvoorbeeld de integrale computerversie van de Bijbel, naar
de bronnen van het kwaad verstuurd. Met als gevolg dat de computers van
de rechts-extremisten op tilt sloegen. `Sindsdien vernemen we nooit meer
iets van ze.'
De groep computerkrakers die zich verzameld hebben rond het tijdschrift
`Hack-Tic' stellen vanaf vandaag Internet ter beschikking aan iedere computerbezitter
in Nederland. Wie met een modem, communicatieprogramma en de Engelse taal
overweg kan, heeft daarmee na betaling van abonnementsgeld toegang tot
de rest van de wereld. En dat tegen binnenlandse gesprekskosten. Het credo
van Internetgebruikers is immers `dial locally, act globally' (bel lokaal,
handel wereldwijd).
In tegenstelling tot veel andere landen konden in Nederland tot nu
toe alleen wetenschappers en andere professionele gebruikers op het net
rondreizen. Hack-Tic heeft dat monopolie doorbroken door zelf een legale
aansluiting met het net te financieren. `Wij willen nu iedereen laten zien
waar het ons als hackers al die jaren om te doen is geweest. Computerkraken
was namelijk meestal het enige middel om toegang te krijgen tot deze mogelijkheden,'
legt Hack-Ticwoordvoerder Rop Gonggrijp uit. In de Verenigde Staten is
Internet reeds in hoog tempo gemeengoed aan het worden. Tal van plaatselijke
informatiecentra en kleinschalige `elektronische prikborden' zijn op het
net aangesloten. Ook het Witte Huis is via het computernetwerk te bereiken.
Niet alleen om president Clinton een berichtje te kunnen sturen maar ook
om bijvoorbeeld vanuit Nederland een blik in zijn (publieke) agenda te
kunnen werpen. Of om de begrotingsplannen te bestuderen.
Een probleem bij Internet is vooralsnog dat het niet echt gebruiksvriendelijk
is. Het vereist het nodige doorzettingsvermogen om er in door te dringen
en zich de benodigde vaardigheden eigen te maken. Sommigen vergelijken
het wel met leren fietsen: een relatief geringe inspanning is nodig maar
het resultaat levert veel gemak op. Hack-Tic wil de gebruiker daarbij wel
een aantal hulpmiddelen aanbieden maar niet teveel. `We zorgen er alleen
voor dat mensen gemakkelijk post kunnen versturen en discussies kunnen
volgen. Alle andere aanpassingen zouden het gebruik van het net weliswaar
vereenvoudigen maar tegelijk ook beperken. Bovendien willen we dat gebruikers
zelf inzicht in de werking krijgen in plaats van dat we ze voortdurend
aan de hand rondleiden,' aldus Gonggrijp.
Wie nu contact legt met de computer van Hack Tic krijgt aanvankelijk
niet meer te zien dan: %$. Voor een leek is dat niet echt bemoedigend.
Intypen van het woordje gopher blijkt echter al voldoende om de deur naar
de rest van de wereld te openen.
Gopher is een menusysteem dat een deel van de op Internet verkrijgbare
informatie ontsluit. Het betekent dat er onder elkaar een aantal genummerde
interessegebieden worden opgesomd. Bijvoorbeeld `kunst', `ontspanning'
en `journalistieke informatie'. De gebruiker kan daaruit een keuze maken.
Het maken van een dergelijke algemene keuze levert weer een aantal nieuwe
- specifiekere - keuzemogelijkheden op. Soms biedt een dergelijk menu toegang
tot een catalogus, andere keren worden er complete artikelen of zelfs boeken
tevoorschijn getoverd. Zo is bijvoorbeeld 'Alice in Wonderland' integraal
via Internet opvraagbaar. Ook wordt er gratis software aangeboden. Varierend
van tekstverwerkers tot programma's om de sterrenhemel te bestuderen. Of
foto's, afkomstig van bijvoorbeeld weersatellieten en zelfs complete korte
filmpjes. Het intoetsen van de letter D is voldoende om dergelijke informatie
als bestand te transporteren naar de eigen computer.
Enige handigheid met computers is daarbij echter onontbeerlijk. Zo
worden om de transporttijd te besparen computerprogramma's meestal in gecomprimeerde
vorm aangeleverd. Die moeten `uitgepakt' worden om ze te kunnen gebruiken.
Teksten verschijnen echter direct op het scherm. Bijvoorbeeld de notulen
van kabinetsvergaderingen in de voormalige Sovjet Unie. Een database in
Austin, Texas die sovjet-archieven herbergt is op Internet aangesloten.
Opsommen wat Internet te bieden heeft is net zulk onbegonnen werk
als aan een marsmannetje uitleggen wat hij in Nederland kan aantreffen.
Want het is beslist niet allemaal wetenschap wat de klok slaat. Weliswaar
kun je via Internet gemakkelijk te weten komen waar en met welke kracht
de meest recente aardbeving heeft plaatsgevonden of welke activiteiten
er morgen op het zonneoppervlak verwacht worden maar je kunt er ook filmrecensies
in opzoeken. Veel Internet-gebruikers hebben er namelijk schik in hun kennis
en meningen (vooral dat laatste) aan de rest van de wereld ter beschikking
te stellen. Dus zijn er mensen die van elke film die ze zien een kritiek
schrijven en op het Internet zetten. Of bijvoorbeeld recepten voor maaltijden.
Intypen van het woord 'vegetarian' blijkt in de recepten-gopher voldoende
om een hele waslijst aan vegetarische gerechten voorgeschoteld te krijgen.
Tot en met vegetarische hondekoekjes aan toe.
Contact tussen gebruikers geschiedt op verschillende manieren. Het
is natuurlijk mogelijk om aangesloten gebruikers persoonlijk een berichtje
te sturen dat hij of zij bij het eerstvolgende contact met het netwerk
te zien krijgt. Maar daarnaast kan er ook direct `geconverseerd' worden.
Deze laatste mogelijkheid is een van de meest intrigerende verschijnselen
van Internet. Normale conversatie, eigenlijk dus het over en weer intypen
van zinnetjes, vindt plaats via de Internet chatbox IRC maar daarnaast
zijn er door computerfreaks speciale gebieden gecreeerd waar die `gesprekken',
chatten in computerjargon, plaatsvinden. Deze zogenaamde dungeons (kerkers)
hebben vaak de vorm van een spel. Je belandt dan bijvoorbeeld in (een beschrijving
van) een kasteel met tal van gangen en kamers. Met behulp van commando's
als `oost' en `west' kun je je door het gebouw verplaatsen en steeds andere
mensen tegen komen.
Die `tegenspelers' bevinden zich meestal in werkelijkheid in totaal
andere delen van de wereld. De reacties vliegen daarbij via de beschikbare
lijnen razendsnel over de aardbol. Wereldwijd wisselen soms duizenden mensen
tegelijk met elkaar van gedachten in een dergelijke primitieve `virtual
reality'. Het is juist deze mogelijkheid die onder netwerkgebruikers het
idee van `cyberspace' heeft doen ontstaan. Zij zien een computernetwerk
als Internet niet slechts als een kluwen koperdraadjes en glasvezelkabels
maar als een nieuw onontgonnen territorium. Zoiets als de anarchistische
situatie die de pioniers in de vorige eeuw aantroffen in het Wilde Westen:
een gebied dat van `niemand' is. Alleen hoef je om het gebied van Internet
te veroveren niet eerst alle indianen uit te roeien.
CONTACT
Voor contact met Internet via Hack-Tic is het volgende van belang.
Benodigd zijn een computer en een willekeurig communicatieprogramma dat
ingesteld is op parity Even, data bits 7, stop bits 1. Echter geen Videotex-programma.
Snelheden zijn mogelijk van 300 tot 14.400 baud. Het nummer van de Hack-Tic
computer is 020-6902493 (nummer werkt niet meer, fvj
1996) en 24 uur per dag bereikbaar.
Aan de verbindingen met Internet zijn naast de gewone gesprekstarieven
ook abonnementskosten verbonden van 25 gulden per maand (minimaal drie
maanden). Dat bedrag geeft recht op vijftien uur gebruik per maand. Informatie
over de betalingswijze verstrekt de Hack-Tic computer. Vanwege de wereldwijde
drukte op het net kunnen diensten soms `vol' en daardoor ontoegankelijk
zijn. Andere keren verloopt de verbinding traag en duurt het even voordat
een ingedrukte toets ook daadwerkelijk op het scherm verschijnt. Voor de
rest is het een kwestie van ongelimiteerd uitproberen en ontdekken. Een
gewone gebruiker is niet in staat om per ongeluk schade aan te richten
in het net.
Het in het artikel genoemde handboek 'The Internet Companion, a beginners
guide to global networking' is uitgegeven door Addison-Wesley ($10.95).
Via Internet zelf zijn echter ook diverse handleidingen direct op te vragen.
Francisco van Jole
EPILOOG: Na publikatie van dit artikel in het Wetenschapskatern
van de Volkskrant meldden zich dat weekeinde zo`n achthonderd mensen aan
bij Hack Tic (later omgedoopt tot XS4ALL). De acht beschikbare telefoonlijnen
bleken niet echt voldoende. In de zomer van 1996 ontdekte ik via het net
dat het artikel ook aan de wieg heeft gestaan van nog een andere provider:
NetLand. Op zijn webpagina
beschrijft eigenaar Ron Arts hoe hij door het artikel in aanraking kwam
met het net en een paar maanden later zelf provider werd.
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij
en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst
en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen
zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de
Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Geraadpleegde
bronnen
Home
|