Gepubliceerd in het katern Het Vervolg van de Volkskrant, zaterdag 26 juli 1997.


Kankerpatientje bedolven onder post


   Vorige week stuurde de Amerikaanse Republikeinse politicus Richard Burr, lid van het Huis van Afgevaardigden voor de staat North Carolina, een brief aan zijn collega`s met het verzoek een ernstig zieke jongen te helpen. De 17-jarige Craig Sherwood zou aan een dodelijke vorm van kanker lijden en met de dood in de ogen een poging ondernemen onsterfelijk te worden door zijn naam te laten vereeuwigen in het Guinness Book of World Records als degene met de grootste verzameling visite-kaartjes.
   Zo`n verzoek gaat door merg en been. Burr verzocht zijn mede-politici dan ook om Sherwood te helpen. ,,Stuur het eigen visitekaartje en haal 10 andere mensen over hetzelfde te doen`` en voegde daar nog aan toe: ,,Snelheid is geboden.`` Binnen enkele dagen werd de brief talloze malen gekopieerd en gecirculeerd. Senator Kennedy bijvoorbeeld heeft zich ook achter de actie geschaard, aldus de lokale krant The News and Observer in North Carolina. De visitekaartjes moesten overigens niet direct naar de jonge patient zelf gestuurd worden doch naar de stichting Make-A-Wish, een organisatie die zich ten doel stelt `laatste wensen` van doodzieke kinderen te vervullen.
   Er is echter een probleem met Craig Sherwood, hij wil maar niet sterven. Al zo`n tien jaar doet zijn verhaal de rondte en de gevolgen zijn desastreus. Bij de Make-A-Wish stichting is zelfs een speciaal 06-nummer in het leven geroepen waar omstandig wordt uitgelegd dat er geen sprake is van een dergelijke actie. ,,Een kettingbrief die mensen oproept om visitekaartjes te sturen aan een ernstig zieke jongen zorgt er voor dat er dagelijks duizenden poststukken binnenkomen, ook al is de jongen inmiddels genezen en heeft de familie verzocht de actie te staken.`` Maandelijks wordt het informatie-nummer een paar honderd keer gebeld. Bij de stichting is een magazijn met een oppervlakte van drieduizend vierkante meter tot de nok toe gevuld met ongeopende post voor de zieke jongen, meldde The New York Times in 1993. Het einde van de stroom lijkt vandaag de dag vooralsnog niet in zicht.
   De kettingbrief, die inmiddels vele miljoenen malen via post, fax en computernetwerk is verspreid, ontstond begin 1989 toen een Britse jongen, de 9-jarige Craig Shergold, in het Londense Royal Marsden Hospital belandde wegens een hersentumor. Hij vroeg zijn familie, vriendjes en kennissen met succes hem kaarten te sturen en hing zijn `buit` op aan het prikbord boven zijn bed. Een dienstdoende arts zag de verzameling en merkte bij wijze van grap op dat hij wel in aanmerking zou komen voor een vermelding in het Guinness Book of World Records voor het ontvangen van de meeste beterschapskaarten. Die opmerking zou verder geen gevolg hebben gehad als er niet toevallig een kennis van de familie op bezoek was, een directie-secretaresse die beschikte over een groot aantal zakelijke contacten.
   De vrouw haalde de moeder over, buiten medeweten van de jongen zelf, een campagne te starten om hem inderdaad de begeerde vermelding te laten halen. Al snel bromden er in heel het Verenigd Koninkrijk faxen die het verzoek om kaarten te sturen aan de zieke Craig uitspuwden. Binnen korte tijd ontving de jongen tot zijn verbazing drieduizend kaarten.
   Maanden later, op 25 september om precies te zijn, drong het verhaal door in de Britse media. De tabloid Daily Mirror voegde zich bij de campagne, twee dagen later gevolgd door de Sun die er zelfs een kant-en-klare bon met het huisadres van de familie voor afdrukte. Binnen enkele weken werd een wekelijkse stroom postkaarten van naar schatting 200.000 stuks bereikt. Naar schatting, want ondanks de inzet van vele vrijwilligers bleek het onmogelijk de binnenkomende post bij te houden. Op 16 november van dat jaar werd bekend gemaakt dat Craig het staande record van 1.000.265, dat in handen was van ene Mario Molby, met ruim een kwart miljoen had gebroken.
   Helaas voor Craig Shergold bleek de redactie van het Guinness Book of Wolrd Records niet bereid zijn mijlpaal op te nemen. Belangrijkste reden daarvoor was dat de jongen zelf niets bereikt had, het breken van het record was immers het gevolg van de oproepen in de media en de kettingbrieven. De redactie besloot dergelijke recordpogingen niet meer te erkennen.
   Vervelender was echter dat de stroom post niet ophield toen het record eenmaal gebroken was. Smeekbeden en oproepen in de media om de campagne te stoppen bleken niet te helpen. Volgens de Zuidafrikaan Arthur Goldstuck, die de affaire uitzocht en er op Internet over publiceerde, heeft de familie van Craig inmiddels meer dan honderd miljoen kaarten ontvangen. Naar schatting, want na zestig miljoen is men opgehouden met tellen.
   Voor Craig Shergold zelf had de campagne overigens wel een goede afloop. De Amerikaanse miljardair John W. Kluge hoorde door de actie van zijn drama en besloot een kostbare operatie te financieren. De ooit ten dode opgeschreven jongen vierde afgelopen juni zijn achttiende verjaardag en zou inmiddels volledig genezen zijn.
   De actie woekert niettemin nog steeds voort, al veranderen de namen met de tijd in Sherwood, Sherfold en andere verbasteringen. Ook de adressen veranderen en nu gaat het niet meer om beterschapskaarten maar om visite-kaartjes. Volgens sommigen komt dat omdat de urban legend inmiddels door marketing-bureaus wordt gebruikt om zakelijke adressen te verzamelen. Ze sturen de kettingbrieven de wereld in en stellen dat op hun eigen adres een filiaal van de stichting Make-A-Wish, of een soortgelijke liefdadigheidsinstelling is gevestigd. Soms is het adres gevestigd in de Verenigde Staten, soms in andere landen. Zo circuleert er onder meer in Nederland een dergelijke oproep voor een ziek meisje in Portugal. Op Internet, waar de Shergold-oproep begin jaren negentig als een van de eerste elektronische kettingbrieven opdook, gaat inmiddels een soortgelijke variant rond voor een niet bestaand meisje genaamd Jessica Mydek.
   De mensen die de actie in leven houden, doen dat - meestal - niet ter kwade trouw. Ze zijn ontroerd door de oproep, willen goed doen en nemen in hun gretigheid niet meer de tijd om zich af te vragen of te onderzoeken of het wel waar is wat er in de brief beweerd wordt. Het einde van de kettingbreif lijkt dan ook nog niet in zicht.
   Drama`s blijken over het algemeen goede kapstokken voor verzinsels. Als het relaas maar erg genoeg is, zal vrijwel niemand het waarheidsgehalte in twijfel durven trekken. De affaire Shergold maakt daarmee tevens duidelijk dat geen groter kwaad is dan teveel van het goede.
  
  
Francisco van Jole



Index van Het Rijk der Fabelen



NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home