Gepubliceerd in het katern Het Vervolg van de Volkskrant, zaterdag 14 juni 1997.


Een onverkoopbare auto


Diep in de bossen trof een wandelaar op een dag een dure sportwagen aan, bedekt onder gevallen bladeren en deels overwoekerd door planten. De wandelaar gluurde door een van de vensters naar binnen en zag tot zijn schrik een lijk, of althans iets wat dat daar op leek, op de bestuurdersstoel.
   Onderzoek door de gewaarschuwde politie bleek dat het ging om een alleenstaande man die maanden geleden reeds vermist was en vermoedelijk zichzelf op de verlaten plek in het bos om het leven had gebracht. Het lichaam zelf was al grotendeels vergaan. Na het speurwerk werd de kostbare auto zo goed en kwaad als het ging ontdaan van de stoffelijke resten en overgebracht naar een dealer die het voertuig ten bate van de erfgenamen moest verkopen.
   De auto zelf had het verblijf in de bossen goed doorstaan en na een zeer grondige schoonmaakbeurt zag de sportauto er weer als nieuw uit. Al snel werd een nietsvermoedende koper gevonden. Na een paar dagen bracht deze zijn aankoop echter alweer terug vanwege de onaangename geur die in de auto hing. De nieuwe eigenaar werd bijkans misselijk als hij achter het stuur kroop.
   De auto-dealer liet opnieuw chemicalien op het interieur los maar de penetrante lucht bleek onuitroeibaar. Zo gauw de overheersende geur van de schoonmaakmiddelen wegtrok keerde de reuk van de dood terug. De verkoper trachtte het probleem op te lossen door de prijs drastisch te verlagen. Weliswaar trok dat meer kopers maar het resultaat bleef hetzelfde. Steeds werd de sportwagen na korte tijd geretourneerd. Uiteindelijk zakte de prijs ver onder die van een reguliere tweedehands personenauto. Tevergeefs: Geen enkele potentiele eigenaar bleek bestand tegen de stank van verderf en de auto was onverkoopbaar.
   Het verhaal kent vele variaties. Zo wisselt het type auto nogal eens, van Jaguar tot Porsche tot ieder ander lustobject op wielen. Ook de omstandigheden verschillen. In kringen van Nederlandse militairen die eind zeventiger jaren in Duitsland gelegerd waren, en waar het verhaal ook de ronde deed, was het element sex toegevoegd en de entourage nog macaberder gemaakt.
   Het ging bij deze variant niet meer om een persoon die zelfmoord pleegde maar om een patserige zakenman die zich met zijn maitresse in de auto bevond en tijdens het bedrijven van de daad overleed aan een hartstilstand. Door de nogal uitzonderlijke positie waarin het stel zich in het compartiment bevond, slaagde de vrouw er niet in het lichaam van zich af te duwen en stierf ze bedolven onder het lichaam van haar zwaarlijvige geliefde de hongerdood.
   In andere versies is het verhaal aanzienlijk minder fantastisch, al is een direct verband tussen deze varianten niet echt aantoonbaar en zouden ze verschillende oorsprongen kunnen hebben. Bijvoorbeeld wanneer het niet meer gaat om een lijk van een mens maar om een dode kalkoen op de achterbank van een nauwelijks gebruikte auto. Volgens een bericht begin dit jaar in de populaire Internet-discussie over urban legends, alt.folklore.urban, was die variant twee jaar geleden nog te horen in een Amerikaans radio-programma over auto`s. De eigenaar zou alle binnenbekleding hebben moeten vernieuwen om de stank te verdrijven.
   Uit diezelfde discussie blijkt dat soms het element wraak is toegevoegd. Zo is er het verhaal dat een wraakzuchtig persoon een beker met kattepis heeft rondgesprenkeld in het auto-interieur van zijn slachtoffer, eveneens weer een dure sportwagen. De auto belandde wegens onverkoopbaarheid onverhoopt op de sloperij, twee jaar voordat de laatste afbetaling was gedaan.
   Kattepis heeft voor wat betreft onverdrijfbare stank kennelijk nog een grotere reputatie dan een rottend lijk want de vraag is natuurlijk hoe iemand er in hemelsnaam in slaagt een beker vol met dat goedje te verzamelen. Bovendien zou het slachtoffer er natuurlijk beter aan gedaan hebben de auto terug te geven aan de kredietmaatschappij die hem een lening verstrekte om de wagen aan te schaffen. Zolang de aanschaf niet volledig is afbetaald blijft deze namelijk in de meeste gevallen eigendom van de kredietverlener. Uit soortgelijke verhalen blijkt echter dat de behoefte aan logica omgekeerd evenredig is aan angst. Hoe groter de angst, hoe kleiner de kans dat er nog logisch gedacht wordt. Kennelijk is de angst voor een alles vergallende stank groot.
   De kern van het verhaal is steeds hetzelfde: een auto die in principe iedereen wil hebben, blijkt zelfs bij een absolute minimumprijs onverkoopbaar vanwege de aanwezigheid van een uiterst onaangename lucht die niet te verdrijven blijkt. Het thema is bijvoorbeeld ook al eens opgedoken in de populaire comedy-serie Seinfeld.
   Barbara Mikkelson, een amateur-onderzoekster die op Internet de sporen van dergelijke verhalen in kaart brengt, meldt dat een versie van dit moderne vertelsel reeds opduikt in het door Richard M. Dorson in 1959 geschreven boek American Folklore. Dorson, later directeur van het Instituut voor Folklore aan de universiteit van Indiana, verzamelde in 1953 populaire volksverhalen onder een kleine zwarte gemeenschap in het thans vierhonderd zielen tellende dorp Mecosta in de staat Michigan. Dorson vertelde daar aan zijn gehoor het hem bekende verhaal van een door lijkegeur waardeloos geworden Buick. Enkele bewoners wezen hem er op dat een soortgelijk verhaal in hun omgeving daadwerkelijk had plaatsgevonden. Een blanke jongeman genaamd Demings, pleegde in augustus 1938 zelfmoord in zijn auto nadat hij was verlaten door zijn vriendin. Hij had de uit 1929 stammende Ford Model-A daartoe een stuk het bos in gereden. Een jager die regelmatig door het gebied trok, zag de auto steeds staan en dacht dan: ,,Die kerel is altijd op hetzelfde moment aan het jagen als ik.`` Pas in oktober besloot hij de auto aan een nader onderzoek te onderwerpen.
   De auto werd via een dealer verkocht aan ene Clifford Cross die alle mogelijke middelen gebruikte om de stank te verwijderen. Hij haalde zelfs alle bekleding eruit en reinigde die stuk voor stuk. Tevergeefs. Zelfs midden in de winter was hij genoodzaakt om met open ramen rond te rijden. Uiteindelijk bracht hij de wagen maar naar de sloop.
   Dorson spoorde deze Clifford Cross op en sprak met hem en zijn vrienden die de auto ook gebruikt hadden. Zij bevestigden het verhaal. ,,Was deze moderne grote-stadslegende geboren uit een waar gebeurd voorval in een tweehonderd inwoners tellend gehucht, via kronkelwegen belandt in de grote steden van Michigan en van daaruit verder verspreid?`` vraagt Dobson zichzelf af. ,,Hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, als het bewijs van de vele varianten vergeleken wordt met de historisch-geografische wijze waarop dergelijke verhalen zich verspreiden, kan het antwoord niet anders dan bevestigend luiden.``
   En zo zorgde een door liefdesverdriet overmande jongen in de vrijwel verlaten bossen van de Amerikaanse staat Michigan in 1938 voor een onsterfelijk verhaal dat zestig jaar later nog steeds herverteld wordt op verjaardagen en partijen. Telefoon, televisie en nu ook computernetwerk hebben het inmiddels over de hele planeet verspreid. Het zal vermoedelijk blijven rondwaren zolang er auto`s bestaan.
  
  
Francisco van Jole



Index van Het Rijk der Fabelen



NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home