Gepubliceerd in het katern Het Vervolg van de Volkskrant, zaterdag 31 mei 1997.


Dealers jagen op kinderen


   ,,Ouders, let op. Een afdrukplaatje van Superman of een kleefzegeltje van Mickey Mouse kan LSD bevatten en voor je het weet is je kind aan drugs verslaafd.`` Deze nachtmerrie-achtige waarschuwing duikt regelmatig op in pamfletten en brieven die onder ouders van schoolgaande kinderen worden verspreid, meestal aan het begin van het schooljaar. Gewetenloze drugsdealers zouden hun werkterrein naar de schoolpleinen hebben verlegd en plak-tatoeages uitdelen die gedrenkt zijn in LSD. Kinderen plakken de tatoeages op hun huid en de LSD wordt via het speeksel opgenomen na het met de tong bevochtigen van de `tattoo`. Op deze manier trachten de dealers nieuwe zieltjes aan de duivel te verkopen. Eenmaal bedwelmd door de LSD zijn de kinderen meteen verslaafd en is de dealer een klantenkring rijker.
   Het verhaal en de waarschuwing komen met enige regelmaat in zo`n beetje elk land op deze planeet naar boven. De Belgische krant De Standaard bijvoorbeeld meldde in februari 1992 dat de brieven ,,op verscheidene plaatsen zijn opgedoken, onder meer in Torhout, Antwerpen, Gent, Mechelen en Kortrijk.`` Steeds zijn ze voorzien van een tekst als `Gelieve deze waarschuwing verder te verspreiden`. En om het geheel geloofwaardig te maken zijn er verzonnen bevestigingen of bezorgde mededelingen van politie en hulpverleningsinstanties in het pamflet opgenomen.
   Autoriteiten worden hoorndol van het verhaal. In Belgie kondigde justitie zelfs een onderzoek aan naar de verspreiders. Of dat ooit wat heeft opgeleverd is niet bekend want de speurneuzen hadden dan wel een lange weg te gaan. De eerste meldingen van het verzinsel dateren van rond 1980 doch sommigen stellen dat het nog ouder is. Volgens een bron op Internet is de meest plausibele oorsprong voor het verhaal een nota die in 1980 door de politie van de Amerikaanse staat New Jersey werd verspreid. Als illustratie bij een verhaal over drugs waren foto`s opgenomen van in LSD gedrenkte vloeipapiertjes die bedrukt waren met een beeltenis van Mickey Mouse. De functionarissen constateerden dat ,,kinderen dergelijke papiertjes mogelijk kunnen aanzien voor nep-tatoeages in de vorm van plakplaatjes``. Daar hebben ze ongetwijfeld spijt van gekregen.
   Korte tijd later dook er een pamflet op van een groep zevendedagsadventisten die de constatering uit het rapport gebruikte om alarm te slaan. Een voorzichtig veronderstelde mogelijkheid werd plots verheven tot alledaagse praktijk. Het alarmerende schrijven verspreidde zich daarna op een manier die iedere drugsdealer zou doen watertanden. De in Vlaanderen aangetroffen waarschuwingen waren bijvoorbeeld slechte vertalingen uit het Frans die op hun beurt weer uit het Engels waren vertaald. De angstaanjagende waarschuwing bleek verslavender dan de nuchtere waarheid dat er helemaal niets aan de hand is.
   Zoals altijd bij moderne verzinsels, muteerde het verhaal in de loop der tijd. De plaatjes veranderden van Mickey Mouse in tal van andere cartoonfiguren, meestal afhankelijk van wat op dat moment populair is. Het bekendst is de mythe echter onder de titel `Blue Star`, naar een van de genoemde plaatjes.
   Een probleem met het verhaal is dat niet veel deskundigheid nodig is om te weten dat het onzin is. LSD is geen drug waar mensen na een keer gebruik meteen aan verslaafd zijn. En de werking van de psychedelische drug is dusdanig heftig dat het uitgesloten is dat een kind, als het er al mee in aanraking komt, zou verlangen naar een tweede keer.
   In latere versies die eind jaren tachtig opdoken, is daarom een variant toegevoegd die het verhaal nog afschrikwekkender maakt. Naast LSD zouden de plaatjes nu ook het dodelijke strychnine, oftewel rattengif, bevatten. Waarom drugsdealers die belust zijn op het werven van nieuwe klanten de kinderen al meteen met het proefpakket om zeep zouden willen helpen is een compleet raadsel. Het zoiets als aandelen kopen van een bedrijf waarvan je zelf het faillissement eist. Niettemin gaf de toevoeging de hysterie een nieuwe impuls en doken de waarschuwingen wederom in golven op. Zoals waarheid het eerste slachtoffer is van oorlog, zo lijkt logica als eerste te sneuvelen als het gaat om paniekzaaierij rond drugs.
   Weer later trachten de `drugsbestrijders` de waarschuwing een nieuwe stimulans te geven door aan de pamfletteksten toe te voegen: ,,Jonge levens zijn al verloren gegaan!`` Kort daarop werd dat gewijzigd in `veel jonge levens`. Likken was ook niet meer nodig: ``alleen al het aanraken van de plaatjes kan voldoende zijn om de drug via het de porieen het lichaam te laten binnendringen.``
   Volgens de Amerikaanse narcotica-bestrijdingsdienst DEA (Drug Enforcement Administration) is er geen enkel geval bekend van een kind dat door middel van dergelijke plaatjes LSD zou hebben ingenomen. De dienst brengt met enige regelmaat een officiele verklaring uit waarin wordt gesteld dat het hele verhaal een hardnekkig verzinsel is.
   Internet heeft het verhaal halverwege de jaren negentig een nieuw transportmiddel gegeven. Op tal van plaatsen duikt de waarschuwing op, zoals bijvoorbeeld in juni vorig jaar in een openbaar discussieforum over onderwijs in de Verenigde Staten. Overigens werkt het net zo goed andersom: dankzij het netwerk is eenvoudig te achterhalen dat het een mythe is omdat tal van mensen en diensten waarschuwen voor de desinformatie.
   Net als veel andere vertelsels ontleent de mythe zijn kracht aan een angstaanjagende hypothese: `Het zou kunnen.` Dat besef lijkt voldoende om alle realiteitszin weg te nemen. `Zou kunnen` wordt als snel `kan` en daarna `is`. Bovendien is er een kern van waarheid. Een van de manieren om LSD te `verpakken` tot handzame porties is inderdaad het drenken in vloeipapier. Dergelijke papiertjes hebben een formaat dat zo ongeveer zo groot is als het gaatje van een stopcontact.
   Op de `Blue Star LSD Tattoo` pagina wordt getoond aan de hand van welk principe het verhaal zich zo gemakkelijk en hardnekkig kan verspreiden. Een topfunctionaris van een soort ziekenhuisraad in Californie had het bericht in 1987 rondgestuurd aan alle tweehonderdvijftig aangesloten instellingen. Hij verklaarde in december van dat jaar tegenover de Los Angeles Times: ,,Als we over dit soort dingen horen, ondernemen we geen pogingen om het te bevestigen of te ontkennen. We sturen het gewoonweg rond aan alle spoedeisende hulp-afdelingen in de regio voor het geval zij geconfronteerd worden met een medisch probleem dat met deze drug in verband kan worden gebracht.`` Oftewel: om het zekere voor het onzekere te nemen wordt het onzekere juist voor zeker genomen.
   Er is echter hoop. Vijf jaar later verklaarde dezelfde functionaris tegenover dezelfde krant aangaande de nep-waarschuwing ,,Het zijn een soort kettingbrieven die drijven op anti-drugs hysterie. Voor zover wij kunnen nagaan is het een compleet verzinsel.`` Intussen weet de mythe al bijna twintig jaar te overleven.
  

      Francisco van Jole



Index van Het Rijk der Fabelen



NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home